Print zonder afbeeldingen | Print met afbeeldingen
‘THUIS HADDEN WE OOK VAN DIE EIERDOPJES’
Dagblad Waterland, 22 mei 2006
Elly Molenaar
Monnickendam – ‘Oh, kijk, dat stripboekje las ik vroeger ook altijd’, klinkt het enthousiast. Er waren gistermiddag heel wat geïnteresseerden naar Monnickendam gekomen om een kijkje te nemen in het DDR-museum. Nieuwsgierig bekijkt iedereen de spulletjes in de vitrinekasten. Eigenaar Friso de Zeeuw vertelt mensen die het horen wilden toepasselijke anekdotes over het leven in Oost-Duitsland in de tweede helft van de vorige eeuw.
‘Dit is mijn pronkstuk’, zegt De Zeeuw en hij wijst naar een servies afkomstig uit het Berlijnse Palast der Republik. Maar het is niet het enige bijzondere relikwie dat De Zeeuw in zijn particuliere museum heeft uitgestald. Van huishoudelijke gebruiksvoorwerpen tot glimmende medailles en van uniformstukken tot dikke boeken zijn te bewonderen. De Monnickendammer verzamelt dan ook al jaren. ‘Het begon allemaal in 1985. Ik maakte een dagexcursie naar Berlijn. Toen heb ik voor het eerst Oost-Berlijn bezocht. Dat vond ik fascinerend. Ik zag hoe serieus het er bij de grensovergang aan toe ging. Als je in Oost-Berlijn aankwam, bevond je je ineens in een andere wereld. Het zag er anders uit, het rook er anders dan in het westen, een compleet andere sfeer. En toch was het één en dezelfde stad. Sindsdien ben ik elk jaar wel een keer naar Berlijn gegaan.’ Op dat moment begon ook het verzamelen. Een eremedaille en een pet waren de eerste museumstukken.
Inmiddels heeft De Zeeuw de ruimte in zijn garage optimaal benut. ‘Er komt steeds meer bij’, lacht hij. ‘Vandaag heb ik van een vrouw nog een fiets gekregen die in de DDR was gebruikt.’ Ursula Rothenburger uit Purmerend wandelt samen met haar echtgenoot langs de spulletjes. ‘Die eierdopjes hebben we thuis ook’, lacht ze. Ze is zelf in de DDR opgegroeid en herkent een heleboel spullen die in het museum staan uitgestald. ‘Ik zie veel dingen die we thuis ook hebben of die ik heb achtergelaten.’ Ze wijst enthousiast naar een wasmiddel en naar een pakje sigaretten waar ze herinneringen bij heeft. ‘Toen we hoorden dat er een open dag in het museum was, besloten we toch even te gaan kijken. Het roept wel sentiment op hoor. Ik denk dat het voor mensen interessant is om dit alles te zien. Velen weten tenslotte niet wat er achter het gordijn gebeurde.’
Volgens De Zeeuw zijn er ontzettend veel mensen geïnteresseerd in zijn collectie. ‘Het museum bestaat nu zes jaar. In het begin dacht ik dat de belangstelling na een jaar of twee wel zou afnemen. Maar dat is niet zo.’ Op het moment is hij bezig een boek samen te stellen over Nederlanders die in de DDR hebben gewoond en gewerkt en DDR-burgers die in Nederland verbleven.